Om goed te kunnen zien, moeten het hoornvlies en de lens het licht buigen of breken, zodat de lichtstralen op het netvlies richten. Het netvlies is eigenlijk een laag van licht-gevoelige cellen aan de achterkant van het oog.
Het netvlies zet de lichtstralen om in impulsen die naar de hersenen worden gestuurd, waar ze worden herkend als beelden. Als de lichtstralen niet op het netvlies gericht zijn, is het beeld dat u ziet wazig. Dit heet een refractieve afwijking. Een bril, contaclenzen of ooglaseren kunnen deze fout rechtzetten door de lichtstralen op het netvlies te richten.
Refractieve afwijkingen worden veroorzaakt door een afwijkende oogbol, hoornvlies of lens.
Er zijn 3 soorten afwijkingen:
- myopie of bijziendheid: alleen voorwerpen die dichtbij zijn, zijn duidelijk
- hypermetropie of verziendheid: alleen voorwerpen ver weg zijn duidelijk
- astigmatisme (storing van het gezichtsvermogen veroorzaakt door een oog met een licht ovalen vorm): beelden zijn wazig, ongeacht of ze nu dichtbij of ver weg zijn.
Er is ook presbyopie, een aandoening die meestal optreedt tussen het 40ste en het 50ste levensjaar. De symptomen zijn hetzelfde als verziendheid, maar worden verzoorzaakt door een met de leeftijd minder soepel geworden lens. De ogen scherpstellen op korte afstanden wordt daardoor steeds moeilijker.
Vooraleer u overgaat tot een behandeling, is het belangrijk dat u precies weet aan welke aandoening u lijdt, en in welke mate. Vraag voor uw ooglaserbehandeling ook altijd aan kopie van het pre-operatief verslag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten